Rob De Roo

Onze ruime expertise gaat van recreatieve drones die gekocht kunnen worden in commerciële winkelketens, tot de professionele drones die complexe operaties uitvoeren zoals de inspectie van windmolens. Zelf doe ik al meer dan tien jaar onderzoek binnen het Dronelab waarbij de focus ligt op duurzame innovatieve dronetoepassingen en -oplossingen.

Heel concreet ben ik gespecialiseerd in het ondersteunen en uitvoeren van zeer complexe technisch, operationele en juridische operaties. Vanuit de veiligheidsfilosofie bij bemande luchtvaart benaderen wij drones.

Daarnaast ben ik ook contactpersoon voor al het drone gerelateerd onderzoek binnen de zes expertisecentra van hogeschool VIVES.  Met die expertisecentra werken we altijd multidisciplinair. Zo kan je bijvoorbeeld een drone inzetten bij boomverzorging. Vanuit het Dronelab hebben wij de expertise om die drone technisch en wettelijk de lucht in te krijgen. Voor de interpretatie van het beeldmateriaal werken we samen met onze collega’s van agro- en biotechnologie – Urban Forestry Lab die bepalen of het om een schadelijke schimmel gaat.

Wij doen toegepast praktijkgericht onderzoek. Hierbij zorgen we ervoor dat bedrijven en organisaties oplossingen krijgen om de nieuwste trends en inzichten te implementeren in hun sector. Op het einde van het traject ligt een concrete oplossing op tafel. Dit kan in de vorm zijn van een onderzoeksresultaat (bv. een lastenboek van aanbesteding), een dienstverlening (bv. de implementatie van een sensor die onder een drone moet hangen) of via navormingen (bv. studiedagen en opleidingen rond dronewetgeving).

Wij zijn volledig uitgerust met een ruim assortiment drones, (mobiele) commando units en een ervaren onderzoeksteam om die complexe drone-operaties uit te voeren.

Onderzoek en onderwijs zijn sterk geïntegreerd omdat de onderzoeksresultaten worden gebruikt in de opleidingen Professionele Bachelor en Postgraduaat Unmanned Aircraft Systems, en Postgraduaat Unmanned Applications Architect. Daarin worden procedures, praktijktraining, toepassingen en business project gegeven door vakspecialisten.

Daarnaast zetten we sterk in op levenslang leren. Zo geven wij ook specifieke opleidingen en infosessies rond die juridisch, operationele en technische onderwerpen. Denk bijvoorbeeld aan de politie, brandweer of civiele bescherming die drones wensen in te zetten tijdens hun operaties.

Dankzij onze ervaring en het open netwerk waarin we vertoeven, kennen wij enorm veel mensen. Dat geeft ons het voordeel dat we met het Dronelab een knowledge gap proberen in te vullen. Stel dat bedrijf A iets wil doen rond drones, maar niet weet bij wie hij terecht kan, kunnen wij dat bedrijf heel snel in contact brengen met de juiste actor. Tegelijkertijd stellen we ook vast dat de dronesector nog een hele jonge en innovatieve sector is. De vele vraagtekens die nog heersen rond dronegebruik proberen we via het Dronelab te beantwoorden.

Een mooi voorbeeld is de gasdetectie-integratie bij civiele bescherming. Wanneer zij op een plaats komen waar een ongeval gebeurd is, willen zij een inschatting maken hoe gevaarlijk de situatie is. Welke stof is aan het lekken? Over welke concentratie spreken we? Normaal gaan zij met een gaspak en een sensor richting het ongeval om die inschatting te maken. Dat is natuurlijk niet zonder gevaar. Daarom vroeg men zich af: zouden we diezelfde sensor niet onder een drone kunnen hangen?

Finaal hebben we een traject opgezet met de civiele bescherming, een dronefabrikant en een student die in cocreatie een oplossing bedachten voor die onderzoeksvraag. Het mooie aan dit traject is die cocreatie. Het is een vraag vanuit de overheid die door de academische wereld werd aangepakt en finaal door een bedrijf werd gecommercialiseerd. De cirkel is als het ware rond.

Ik vind dit geen evidente vraag, maar er zijn een aantal dingen die in mijn gedachten opkomen. Vooreerst het boekDrones in 101 vragen’ dat ik samen met Evelien De Pauw, Tom De Schepper en Wim Hardyns schreef. De bedoeling was om het hele verhaal rond drones vanuit verschillende perspectieven te bekijken.

Ten tweede denk ik spontaan aan de ontwikkeling van onze offshore VR drone simulator. We hebben eigenlijk een soort van tussentraject ontwikkeld voor piloten die al met een drone kunnen vliegen, maar zich offshore willen wagen. Op zee vliegen is niet evident en is bovendien een prijzige operatie. Efficiëntie is dus een absolute noodzaak. Met de simulator kunnen piloten die vaardigheid dus trainen vooraleer men echt op zee vliegt. 

Als laatste wil ik ook de flowchart civiele drone operaties vermelden. In feite hebben we de complexe wetgeving samengevat op één A4-paginaatje waar men aan de hand van eenvoudige ja/nee-vragen weet of men verantwoord aan het vliegen is.  Enerzijds om burgers te sensibiliseren en anderzijds om de controlerende instanties een eenvoudige leidraad aan te bieden. Binnenkort publiceren we een nieuwe versie, conform de EU-wetgeving.

Eerst en vooral zal Urban Air Mobility een grote rol beginnen spelen. Wat begrijpen we daaronder? Dat is alles van luchtmobiliteit in stedelijke omgevingen. Denk hierbij aan automatische drones die steden zullen inspecteren op vlak van verkeer, sluikstorten… Het gaat echter breder dan enkel automatische drones: ook vliegende taxi’s zullen hier hun intrede doen. We zouden die dan kunnen inzetten om een extra 3D-verkeerslaag te krijgen. In Dubai vliegen ze al operationeel. Over twee jaar is dat in Europa realiteit, meer specifiek tijdens het WK van 2024 in Frankrijk.

Bovendien moeten we ook de integratie van bemand en onbemand luchtverkeer in het achterhoofd houden. Momenteel mag je met een drone niet in de buurt komen van ander luchtverkeer. Vanaf begin 2023 gaat de U-Space wetgeving van kracht waar die integratie centraal staat. Dat wil dus zeggen dat vanaf dat moment iedereen een elektronische identificatie nodig heeft wanneer hij/zij zich in het luchtruim begeeft. Het gaat dus om geïntegreerd airspace management van bemand en onbemand luchtverkeer.

Beleidsmatig is ook de European Green Deal heel belangrijk. Daar zit een heel luik rond de vergroening van de luchtvaart in. Dat werpt natuurlijk een aantal vragen op. Kunnen we een bemande helikopter vervangen door een drone met een camera? Kunnen we taxi’s vervangen door airtaxi’s? Kunnen we brandstof vervangen door waterstof? In deze overstap naar elektrische aangedreven luchtvaart kan België en Vlaanderen een sterke rol spelen met grote economische en ecologisch impact.

Als laatste zie ik heel veel potentieel in de integratie van vliegende, varende en rijdende robots. Die evolutie is zich de laatste twee jaar serieus aan het doorzetten. Praktisch voorbeeld is de landbouw. Een vliegende drone verzamelt de data waarna die data verwerkt en doorgestuurd worden naar een autonome grondrobot die op een zeer selectieve manier onkruid gaat besproeien. De sterkte hierbij is dat je robots, die individueel excellente prestaties hebben zoals varen, vliegen of rijden, elektronisch laat samenwerken waardoor je in praktijk betere resultaten hebt dan dat je een all-in-one drone zou hebben.

Drones gaan de maatschappij drastisch veranderen. Ik ben ervan overtuigd dat mensen dit nog niet helemaal beseffen. Zo vertelde ik deze week nog tegen mijn kinderen dat het voor hen vanzelfsprekend zal zijn om een daguitstap te doen naar de ruimte. Dat kan de burger zich op dit moment nog moeilijk voorstellen.

Ik leer elke dag bij en dat is het belangrijkste. Het is een sector die zo snel aan het groeien is waardoor ik elke dag verbaasd ben door wat er uitgevonden is. Van commerciële projecten rond afvaldetectie in de haven van Antwerpen tot creatievelingen die vliegende struisvogels en katten ontwikkelen.

Translate »