Kurt Claeys

kurt claeys
Professor binnen de faculteit Revalidatiewetenschappen (onderzoeksgroep Musculoskeletale revalidatie) aan KU Leuven Campus Brugge

In het kader van het EFRO-project ‘We-Lab for HTM‘ verzorgde Kurt een keynote over bewegen, maar specifiek ‘Vergrijzen zonder vallen en opstaan’. Bekijk de volledige keynote via onderstaande video. 

Ik doe onderzoek naar verstoorde bewegingspatronen bij patiënten met aandoeningen aan het bewegingsstelsel. In het verleden lag de focus vooral op patiënten met lage rugpijn. Momenteel focussen we ons, binnen de onderzoeksgroep, op het kniegewricht. We evalueren deze patiënten vrij holistisch door heel wat analyses uit te voeren. We bekijken alles vanuit de volledige bewegingsketen. Hiermee bedoel ik dat bij een knieklacht soms de oorzaak in de heup of de voet kan liggen en dat we dus ook de bewegingen en spierfunctie van die gewrichten analyseren om de specifieke oorzaak van die klacht te kennen.

Naast het analyseren van patiënten, proberen wij ook de bewegingsanalyses te optimaliseren. Samen met Faculteit Industriële Ingenieurswetenschappen proberen wij nieuwe methodes voor bewegingsanalyse te ontwikkelen en valideren. Momenteel zijn we sterk gevorderd om bewegingsanalyses te doen met mobiele sensoren. Hiermee kunnen we sporters analyseren tijdens hun sportactiviteit.

De gezondheidszorg staat voor enorme uitdagingen. Er is enerzijds de noodzaak om die betaalbaar te houden zodat ze voor elke Belg toegankelijk blijft. Dit brengt met zich mee dat er af en toe geoptimaliseerd en gerationaliseerd (lees: bespaard) moet worden. Aan de andere kant heb je de enorme technologische vooruitgang die nieuwe opportuniteiten schept in de medische sector en dus ook in de revalidatiesector. Deze beide noden scheppen mogelijkheden, maar ook de noodzaak voor technologische innovaties in de gezondheidszorg. Vanuit mijn klinische en academische expertise, kan ik aan bedrijven, actief in het ontwikkelen van bv. gezondheidsapps, de nodige info verstrekken om aangepaste maar ook veilige innovatieve technologieën te ontwikkelen voor de revalidatiesector. Op die manier vullen wij één van onze 3 kerntaken in die de universiteit ons oplegt, nl. maatschappelijke dienstverlening.

Vooreerst spreek ik niet graag van mijn onderzoeksresultaten, maar wel van onze onderzoeksresultaten. Onderzoek is teamwork en de resultaten die daaruit voortvloeien zijn het succes van het ganse team dat erachter zit.

Maar als ik er toch ééntje mag aanstippen, kies ik voor de realisatie van het bewegingslabo op de nieuwe campus van de KU Leuven te Brugge. Dat was een schoolvoorbeeld van teamwork. TUA West, het departement Revalidatiewetenschappen van KU Leuven campus Brugge en het studiegebied paramedische beroepen van Vives campus Brugge sloegen de handen in elkaar voor het binnenhalen van het EFRO-project We-Lab for Health, Technology and Movement. Binnen dit project realiseerde Vives haar Zorglab en KU Leuven zijn bewegingslabo in Brugge.

Dit bewegingslabo stelt ons in staat intensief bewegingsonderzoek te doen op verschillende patiënten met bewegingsdysfuncties. Hiervoor werken wij samen met de Brugse ziekenhuizen, het AZ Delta te Roeselare en het Dominiek Savio Instituut te Gits. De meerwaarde van dit labo voor onze regio is enorm:

  • Screening van orthopedische patiënten met problemen aan de voet, de knie, de heup, de rug en het kaakgewricht.
  • Screening van patiënten met neurologische letsels zoals kinderen met hersenverlamming of mensen met de ziekte van Parkinson
  • Verschillende doctoraatstudenten binnen de Revalidatiewetenschappen kunnen daar hun wetenschappelijke onderzoeksactiviteiten uitvoeren. Eén doctoraatstudent mocht in mei zijn doctoraat succesvol verdedigen, zes anderen zijn momenteel bezig en binnenkort starten nog nieuwe zeker twee nieuwe doctorandi.
  • Studenten kinesitherapie maken hun eindwerken mede dankzij het bewegingsonderzoek dat in het labo uitgevoerd kan worden.

De realisatie van dit labo brengt niet alleen de infrastructuur voor bewegingsanalyse in West-Vlaanderen, maar ook de uitgebreide knowhow die binnen het departement Revalidatiewetenschappen van de KU Leuven intensief aanwezig is. Dit is voor West-Vlaanderen op vlak van onderzoek, zorg en revalidatie een immense stap vooruit. Regionale zorginstellingen (en hun patiënten) hebben nu de opportuniteit om met de KU Leuven samen te werken voor bewegingsonderzoek, zonder zich naar Leuven te moeten verplaatsen.

Ik zie twee heel grote uitdagingen. Vooreerst, zoals ik eerder al aangaf, de technologische innovatie. Dit zal enerzijds veel nieuwe revalidatiemogelijkheden scheppen: mensen beter en sneller laten revalideren, mensen langer mobiel houden en zo mensen meer levenskwaliteit geven. Anderzijds zal het kostenplaatje groter worden en de betaalbaarheid (en dus toegankelijkheid) voor het brede publiek zou wel eens in het gedrang kunnen komen. Een evenwicht tussen die twee “extremen” zal dus noodzakelijk zijn. De academische wereld zal hier mee zijn verantwoordelijkheid moeten nemen en een sturende rol opnemen naar het beleid (de politiek) toe. Ons onderzoek zal dus niet alleen oog moeten hebben voor de positieve en negatieve effecten van die innovatieve tools, maar ook voor het bredere plaatje zoals betaalbaarheid voor de maatschappij en toegankelijkheid voor iedereen. Dit wordt geen makkelijke oefening als je het mij vraagt.

Een tweede uitdaging binnen ons domein wordt de vergrijzing en alles wat daaraan verbonden is. Binnen ons domein gaat het dan om mobiel en actief ouder worden. Zelfredzaamheid, optimaal kunnen stappen, behoud van basismobiliteit zodat je zelf je boodschappen kunt blijven doen en langer thuis kan wonen zijn hierin cruciaal. Het reduceren van het valrisico bij ouderen is in ons onderzoekdomein (en ook in mijn onderzoeksgebied) een steeds belangrijker element voor de toekomst. We zijn daar trouwens al een stukje mee bezig. Zo screenen wij valrisico standaard bij populaties van zestig jaar of ouder. Bovendien hebben we in de zomer van 2019 samen met de universiteiten van Lissabon en Madrid een summer school georganiseerd voor gezondheidswerkers actief in de geriatrische populatie met als thema ‘Mobile Active Aging’. Het doel was artsen, kinesitherapeuten, verpleegkundigen en ergotherapeuten uit landen waar de gezondheidszorg minder voorbereid is op die vergrijzing (zoals bv. Oost-Europese landen), bij te scholen zodat zij de opgedane kennis in hun regio kunnen verspreiden. Dit was een heel succesvol project, wat dit jaar zal resulteren in de publicatie van een e-book met als titel ‘Mobile Active Aging’.

Naast mijn werkzaamheden aan KU Leuven, ben ik zelf als clinicus actief in de praktijk. Heel dikwijls heb je patiënten met vrij lichte letsels zoals een spierscheur of revalidatie na een kijkoperatie die vrij snel en zonder problemen herstellen en vlot al hun activiteiten kunnen hernemen. Echter, regelmatig kom je in contact met patiënten met zeer zware letsels die een heel lange intensieve revalidatie voor de boeg hebben. Dergelijke patiënten kunnen begeleiden in dit proces en terug op een normaal activiteitsniveau brengen, stimuleert mij om in ons vakgebied verder onderzoek te doen en te blijven zoeken naar nog meer inzichten in bewegingsproblemen. Bovendien is de dankbaarheid en appreciatie die je van deze patiënten krijgt, een enorme energieboost die je stimuleert om verder onderzoek te doen om het in de toekomst nog beter te doen. Ten tweede is het af en toe nodig je hoofd eens leeg te kunnen maken. Enkele kilometer gaan joggen, een stevige fietsrit met de koersfiets of een vakantie met het gezin zijn hier ideaal voor. Heel belangrijk dat we daar regelmatig tijd voor maken. Ik ben ervan overtuigd dat heel veel stressklachten en burn-outs, een actueel groeiend probleem, op die manier vermeden kunnen worden.
Translate »